Skip to main content
Waarom cultuureducatie?
Kunstzinnige oriëntatie (kunst- en cultuureducatie)

Binnen kunstzinnige oriëntatie is het creatieve proces als uitgangspunt genomen voor de inhoud van het onderwijsaanbod. Dit proces draagt bij aan de ontwikkeling van de creativiteit. De kunstzinnige vakdisciplines (beeldend, dans, drama, muziek en cultureel erfgoed) kennen alle de aspecten van het creatieve proces.

Binnen een creatief proces doorloopt de leerling een viertal fasen (oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren). Deze fasen zijn niet scherp gescheiden, maar lopen in elkaar over en soms door elkaar heen. Centrale vaardigheid binnen deze cyclus is het reflecteren op die verschillende fasen. Deze fasen zijn nodig om tot een nieuwe ontdekking of tot een werk te komen. Ze zijn toepasbaar op ieder mogelijk probleem, idee of thema.

Uitgangspunt voor het startmoment van het creatief proces is een thema, idee (van een leerling) of opdracht. De vaardigheid reflecteren is onderdeel van iedere fase van het proces en zorgt ervoor dat de leerling gestimuleerd wordt om na te denken over zijn keuzes, de zeggingskracht van zijn werk of de gebruikte materialen en technieken. De verschillende vakdisciplines van het leergebied kunstzinnige oriëntatie geven ieder op verschillende wijze vorm aan dit creatieve proces.

Vier fasen:
oriënteren, onderzoeken, uitvoeren, evalueren

Bij oriënteren gaat het er om dat de leerling geprikkeld wordt om de opdracht en het thema te verkennen. Hierbij gaat het om waarnemen (zien, horen, voelen, enz.), associëren, fantaseren, beschouwen, en (nieuwe) ideeën opdoen. Er wordt bijvoorbeeld een kunstwerk getoond, muziek geluisterd, een verhaal verteld of een voorstelling bekeken. De reflectie richt zich in deze fase op de ruimte om het thema of de opdracht van alle kanten te bekijken, te beluisteren en te beleven.

Vervolgens onderzoekt de leerling verschillende mogelijkheden en oplossingen voor de opdracht of de verwerking van het thema. De leerlingen worden gestimuleerd om eigen, verschillende mogelijkheden te bedenken en (alleen of samen met medeleerlingen) keuzes te maken. De reflectie richt zich dan ook op het onder woorden brengen van de verschillende keuzes in deze onderzoeksfase. Ze kunnen desgewenst teruggrijpen naar elementen uit de oriëntatiefase.

Wanneer de leerlingen de fase van onderzoeken hebben doorlopen maken ze gebruik van de vakspecifieke kennis en vaardigheden die zij nodig hebben voor het uitvoeren van de opdracht. Bij reflectie wordt steeds een relatie gelegd tussen de keuzes in de uitvoeringsfase en de onderzoeksfase. In deze fase wordt feedback gegeven, door de leerkracht, gastdocent of door medeleerlingen, op de uitvoering. In een volgende fase wordt het product en het doorlopen proces nader beschouwd. Er worden leerpunten geformuleerd die de opstart vormen voor een volgende opdracht en een volgend creatief proces. Dit is de fase van evalueren.

Waar zet gemeente Opsterland zich voor in?

Gemeente Opsterland wil een onderscheidend cultureel aanbod voor volwassenen én kinderen. De gemeente probeert verenigingen en stichtingen die actief zijn in het culturele veld zo goed mogelijk te ondersteunen.

Cultuureducatie
Met cultuureducatie stimuleren we de culturele ontwikkeling van kinderen. Kinderen leren zich uitdrukken in muziek, dans en creativiteit. Dat draagt bij aan de individuele ontwikkeling van kinderen en jongeren en daarmee aan een krachtige en creatieve samenleving.
De gemeente ondersteunt de scholen financieel om Individuele Muzikale Vorming (IMV) mogelijk te maken in de klas. Daarnaast ontwikkelt de cultuurcoach samen met de scholen een aantrekkelijk aanbod van culturele activiteiten, zodat de kinderen al in een vroeg stadium kennismaken met cultuuruitingen en –activiteiten.